Skip to content

Van leerling-dakdekker tot directeur – Maak kennis met Giocondo van Schijndel

Giocondo van Schijndel

Onderaan beginnen, hard werken, het vak leren en hogerop komen. Dat is in een notendop het verhaal van Giocondo van Schijndel. Als 19-jarige begon hij als leerling-dakdekker bij Toplevel-lid Innodak. Het vak leerde hij van zijn vader, en hij klom op tot directeur. En ook de volgende generatie staat klaar; hij leidt nu zijn zoon Kane op!

Als tiener was Gio’s motto: ‘lang leve de lol’. ‘Ik had mijn havo niet afgemaakt en was vaak te vinden in de lokale horeca.’ Zijn vader Wil werkte al sinds de jaren 80 bij Innodak, net als zijn oom en zwager. ‘Mijn pa is mijn beste maat. Hij was altijd aan het bouwen, en ik hielp hem altijd mee. Ik zag dat hij genoot van zijn werk op het dak en besloot zijn voorbeeld te volgen.’

Van leerling naar directeur

Zijn vader was zijn leermeester. Van leerling-dakdekker groeide Gio stap voor stap door naar voorman. De toenmalige directeur van Innodak zag potentie in hem. ‘Ik mocht destijds direct als 19 jarige de OKD-opleiding gaan doen. Langzaam groeide ik steeds meer naar binnen. Ik ging calculeren, werk opnemen en adviseren.’ In 2007 nam Jan van den Luitgaarden Innodak over en zag ook de gedrevenheid van Gio. Hij maakte hem directeur en werd verantwoordelijk voor de dagelijkse bedrijfsvoering.

Minder tillen geeft minder rugpijn

In 25 jaar heeft Gio het vak veel zien veranderen. ‘Vroeger was het werk veel fysieker. Grind scheppen, veel gewicht tillen en door weer en wind werken. Dankzij verbeterde arbeidsvoorwaarden, nieuwe regels rondom veilig werken en certificeringen is het werk minder belastend geworden voor de dakdekkers. De oude garde had vaak versleten knieën en ruggen, dat willen we niet voor de volgende generatie.’

Voordelen van een vaste baan

Het bedrijf investeert ook veel in de opleiding van jonge dakdekkers. ‘Wat ons onderscheidt is ons team van vakmensen.’ Dat heeft ook een keerzijde. ‘In deze tijd zie je vaak dat jongeren, zodra ze een goed dak kunnen maken, voor zichzelf aan de slag willen.’ Toch komen de eerste jongens daar al van terug. ‘Wij bieden onze collega’s zekerheid, goede arbeidsvoorwaarden, verzekeringen en een pensioen. Dat is ook veel waard!’

Landelijk Toplevel-netwerk

Dankzij het Toplevel-samenwerkingsverband kan Gio zijn klanten meer slagkracht bieden. ‘Wij kunnen te allen tijde een beroep doen op onze collega-dakspecialisten door heel Nederland. Zelf zijn we gevestigd in Brabant, maar met de leden in alle delen van het land kunnen wij altijd snel schakelen.’ Zo werd Gio eens op vrijdagavond gebeld door een bedrijf uit Den Haag. ‘Ik stond te barbecueën en toen ging de telefoon. Er was schade aan het dak van het bedrijfspand door de zonnepanelen. Binnen 25 minuten was er een Toplevel-lid ter plaatse. Dat is hoe wij samenwerken: ieder heeft zijn eigen bedrijf, maar onderling staan we altijd voor elkaar klaar.’

Toekomstplannen

Zijn plannen voor de toekomst zijn gericht op service, onderhoud en renovatie. ‘We willen niet persé groeien in omvang, maar wel de in service en kwaliteit die wij bieden aan onze klantrelaties. Dit door hen te begeleiden bij meerjarenplanningen, te adviseren bij renovaties en het totale beheer voor de daken te bieden. Het persoonlijk contact, dát willen wij behouden. Ook in de toekomst. Met Toplevel kunnen we dat ook. Een klant heeft één aanspreekpunt, maar profiteert van ons landelijke netwerk van dakspecialisten.’

Drie generaties op het dak

Voor de toekomst heeft hij nieuwe aanwas nodig. En die is er! Sinds kort staat zijn zoon Kane op het dak. ‘Net als ik is hij gestopt met zijn studie, en ook hij pakt het harde werken goed op. Op de bank hangen is niets voor onze familie. Ik ben heel erg trots op mijn zoon. Tot zijn 18e had hij nog geen hamer in zijn handen gehad. Nu staat hij op het dak en pakt hij lekker door. Hij is een perfectionist en krijgt het vak al snel onder de knie. Hij zit lekker in zijn vel en doet zijn ding. Voor mijn vader is het dubbel: hij heeft de kans niet gehad om te studeren. Kane en ik wel. Maar hij is trots op waar we staan. Weer een generatie die het vak leert. Dat ambachtsgevoel, dat is toch echt het mooiste wat er is!’